vervangen door de waarde die de gelijknamige variabele in
programma op het moment van aanroep van de functie heeft.
Zowel numerieke als string-functies
kunnen worden gedefi-
nieerd. Bij aanroep van de functie dienen de parameters van
hetzelfde type te zijn als bij de definitie, anders volgt een Type
mismatch fout. Als een functie met parameters is gedefinieerd
moet de aanroep evenveel parameters
bevatten, anders volgt
Syntax error. Voordat een functie mag worden aangeroepen,
moet eerst een OEF FN instructie zijn uitgevoerd, waarin die
functie is gedefinieerd.
Gebeurt dit niet, dan volgt een Unde-
fined user function
fout. OEF FN kan niet in de directe stand
worden gebruikt.
In de definitie van een functie mag een andere gedefinieerde
functie voorkomen,
DEF FN EX(X) = EXP(X)
DEF FN Y(X) = FN EX(X) + FN EX(-X)
Ook in de aanroep mag de parameter een gedefinieerde
functie zijn.
PRINT FN EX(FN EX(1.5».
410 DEF FNAB (X,Y)=Xt3/Yt2
420 T = FNAB(I,J)
In regel 410 wordt de functie FN AB gedefinieerd.
In regel 420
wordt deze functie aangeroepen,
waarbij voor X en Y de
waarde van de variabelen I en J worden ingevuld.
10 DEF FN PR$(VE,HO) = CHR$(4) + CHR$(VE) + CHR$(HO)
100 PRINT FN PR$(5,10) "cursor
hier"
PRINT FN PR$(5,10) verplaatst eerst de cursor naar regel 5,
kolom 10 en drukt daar de tekst cursor hier af.
DEFINT bereik(en)
van letters
DEFSNG bereik(en)
van letters
DEFDBL bereik(en)
van letters
DEFSTR bereik(en)
van letters
Aangeven van de typen variabelen: integer, enkele-precisie,
dubbele-precisie
of string.
92