Wanneer in een expressie zowel rekenkundige
als relationele
operatoren voorkomen,
worden de rekenkundige
bewerkingen
eerst uitgevoerd;
deze hebben een hogere prioriteit, bijv.
X + Y < (1 -1)/Z
is waar indien de waarde van X plus Y kleiner is dan de waarde van
T minus 1, gedeeld door Z.
Andere voorbeelden
van dergelijke combinaties
zijn:
IF SIN(X) > < 0 GOTO 1000
IF I MOD J > = 0 THEN K = K + 1
Logische
operatoren
Logische operatoren voeren bewerkingen
uit volgens de "boole-
aanse" regels. Het resultaat van een booleaanse berekening
is een
getal dat "waar" (ongelijk aan nul) of "onwaar" (nul) is. In een
expressie worden logische bewerkingen
uitgevoerd na rekenkun-
dige en vergelijkende
bewerkingen.
De volgende logische operatoren zijn in BASIC beschikbaar:
AND,
OR, XOR, NOT, IMP en EQV.
Waarheidstabel
x
0
0
1
1
y
0
1
0
1
X AND Y
0
0
0
1
X DRY
0
1
1
1
X XOR Y
NOT X
0
1
1
1
1
0
0
0
X IMP Y
X EOV Y
1
1
1
0
0
0
1
1
Voorbeeld
D > 200 AND F = 4 is waar als zowel D > 200 als F = 4
I = 10 OR K < 0 is waar als of
= 10 en/of K < 0
NOT P is waar als P onwaar is. (dus ongelijk aan 0)
Logische operatoren
zetten hun operanden
eerst om in 16-bits
binaire getallen (volgens de 2-complement
methode).
Het getaI-
bereik hierbij is van -32768 ...+ 32767. Indien een operand buiten
dit bereik valt, volgt een foutmelding.
76