RUN
49
67
Ok
98
73 78
10 X=O
20 FOR 1=1 TO 5
30 PRINT INT (RND (X) * 100);
40NEXTI
RUN
30
30
30
30
30
Ok
(Steeds weer na iedere run).
RUN "programmanaam"
RUN string
RUN"
RUN
RUN regelnummer
Wissen van alle variabelen en starten van het programma.
Deze RUN-opdrachten
kunnen zowel vanuit het programma
worden gegeven als vanuit de directe stand.
RUN "programmanaam"
zoekt op de band een programma op
waarvan de eerste letter gelijk is aan die van programmanaam,
laadt dit in het geheugen en neemt het in uitvoering.
RUN string doet hetzelfde, met dit verschil, dat string apart
kan worden opgegeven
of berekend.
RUN" of RUN"" zoekt het eerste programma op de band op,
laadt het en neemt het in uitvoering. Als op het begin van de
band een array staat, wordt dit door de P2000 niet als zodanig
herkend. Het array wordt als programma ingeladen en in
uitvoering genomen, hetgeen in het algemeen snel tot een
foutmelding leidt.
RUN start het programma
dat op dat moment in het geheugen
staat.
RUN regelnummer
start het programma in het geheugen te
beginnen bij het aangegeven regelnummer.
In plaats van met RUN kan men vanuit de directe
stand
het
programma
ook starten
door
het indrukken
van de ST ART -
toets.
127