Inhoudsopgave
Advertenties
PRINT LOG(45/7)
1.86075
Ok
LOG(X)/LOG(10)
geeft de logarithme op basis van grondtal 10.
LPOS
(getal)
Functie: Geeft de positie op de printerregel
van het volgende
karakter dat afgedrukt wordt. Vergelijk ook POS.
100 IF LPOS
(0) = 60 THEN
LPRINT
CHR$(13);
LPRINT
Op de printer afdrukken van getallen en teksten.
Zie PRINT en hoofdstuk 14.
MID$ (string,geta/1,geta/2)
MID$ (string,geta/)
MID$ kan op 2 manieren gebruikt worden:
1. Als functie om een deel van string eruit te lichten.
2. Als opdracht om een deel van string door een andere tekst te
vervangen.
1. Vanaf het geta/1-de karakter van de string worden geta/2
karakters eruit gelicht. Is geta/2 niet opgegeven dan worden
alle karakters vanaf het geta/1 overgenomen.
2.
Vanaf het geta/1-de
karakter van string worden geta/2 karak-
ters vervangen. string mag hierdoor niet van lengte veran-
deren, m.a.w. de vervangende string moet een gelijk aantal
karakters hebben als het deel dat vervangen wordt. Is dit niet
het geval,dan worden zoveel karakters vervangen als mogelijk
is. Ook hier geldt, dat als geta/2 niet wordt opgegeven de
vervanging t.m. het laatste karakter van string plaats vindt.
Telling van de karakters in de string begint bij 1.
1
10 A$ = MID$("Kees
programmeert",
6,7)
20 PRINT A$
RUN
program
Ok
2.
10 A$ = "Laren
(NB)"
20 MID$(A$,8)
= "NH"
114
Advertenties
Inhoudsopgave
