Inhoudsopgave
Advertenties
Indien de af te drukken waarden meer ruimte innemen dan de
breedte van het venster toelaat, wordt, wanneer de regel vol is,
verder gegaan op de volgende regel.
Achter alle afgedrukte getallen wordt een spatie afgedrukt.
Bovendien wordt een positief getal voorafgegaan door een
spatie; een negatief getal wordt voorafgegaan
door een min-
teken (-) in plaats van een spatie.
Enkele-precisie
getallen die in de niet-exponentiele
vorm
kunnen worden weergegeven m.b.v. 6 of minder cijfers worden
in die vorm afgedrukt.
Bijvoorbeeld:
1 E-6 wordt weergegeven
als .000001 terwijl1E-7
wordt weergegeven
als 1E-7. Voor
dubbele-precisie
getallen geldt in feite hetzelfde, maar er
worden 16 of minder cijfers weergegeven,
bijv.
10-16 wordt weergegeven
als .0000000000000001
terwijl
10-17 wordt weergegeven
als 10-17.
In plaats van het woord PRINT mag bij het intypen ook een
vraagteken
(?) worden gebruikt.
10 X = 5
20 PRINT X + 5, X-5, X*( -5), X 5
30 END
RUN
10
0
-25
3155
Ok
In bovenstaand voorbeeld zorgen komma's tussen de expres-
sies ervoor dat alle getallen op dezelfde regel worden afge-
drukt, steeds beginnend in het volgende veld.
10 INPUT "getal";x
20 PRINT X "in het kwadraat
is" X 2 "en".
,
30 PRINT X;"tot
de macht
3 is" X 3
40 PRINT
50 GOTO
10
RUN
getal? 9
9 in het kwadraat
is 81 en 9 tot de macht
3 is 729
getal? 21
21 in het kwadraat
is 441 en 21 tot de macht 3 is 9261
121
Advertenties
Inhoudsopgave
