10 INPUT A%, B$
? 2.5, getal
Ok
Gebeurt dit niet, dan wordt na het intikken van het eerste
gegeven afgedrukt,
??
10 INPUT A%, B$
RUN
15
11 getal
(5 en getal zijn hier door de gebruiker
ingetikt als antwoorden
op ? en ??).
hulpstring
mag geen string expressie of string variabele zijn.
De variabelen mogen van elk type zijn te weten integer,
enkele- en dubbele-precisie,
string en ook array elementen.
Stemt het type van de ingevoerde constante
niet overeen met
het type van de corresponderende
variabele en is geen type
conversie mogelijk dan volgt een foutmelding
Fout, opnieuw
en mag opnieuw een waarde worden ingetikt.
INPUT kan niet in de directe stand worden gebruikt.
De invoer van gegevens moet met een ENTER worden
afgesloten.
Wordt alleen een ENTER gegeven, dan krijgt de
variabele niet de waarde nul, maar behoudt de waarde, die de
variabele op dat moment had.
Als de cursor in het programma is uitgezet, wordt deze bij het
uitvoeren van INPUT weer aangezet. De cursor toetsen kunnen
worden gebruikt tijdens het invoeren van gegevens.
Voordat ENTER wordt gegeven kan het ingetikte gegeven
worden gewijzigd, zoals in de invoeg-stand van de EDIT-stand.
Komen in ingevoerde gegevens één of meer komma's voor
dan wordt het gegeven als meerdere gegevens opgevat. Is het
aantal gegevens hierdoor groter dan het gevraagde aantal, dan
verschijnt de foutmelding
Komma teveel, de overtollige invoer
wordt genegeerd
en het programma
gaat verder.
Voor strings is de instructie LlNE INPUT aan te bevelen, of de
ingevoerde strings moeten tussen aanhalingstekens
worden
geplaatst.
108