POS (getal)
De functie POS geeft als resultaat het aantal karakters dat
door de laatste PRINT-opdrachten
zonder;
is afgedrukt.
Zolang niet gebruik gemaakt is van CHR$ cursor besturing is
de kolom van de cursor (POS(O)-1))/breedte
+ 1
getal is een "dummy argument".
IF POS (X) > 30 THEN PRINT
PRINT lijst van expressies
Op het beeldscherm
tonen van getallen en teksten.
Indien lijst van expressie
wordt weggelaten, d.w.z. de
opdracht bestaat alleen uit het woord PRINT, wordt de cursor
op het begin van de volgende regel geplaatst. Eventueel
schuift de inhoud van het scherm een regel naar boven. Zijn
achter PRINT één of meer expressies aangegeven, dan
worden de waarden van die expressies afgedrukt. In lijst van
expressies
mogen zowel numerieke als string expressies en
variabelen worden opgenomen.
De positie op het beeldscherm
waar de waarde van de
expressie wordt weergegeven,
hangt af van de wijze waarop
de expressies achter PRINT van elkaar worden gescheiden.
Gebeurt dit d.m.v. een komma, dan wordt de volgende waarde
afgedrukt aan het begin van het volgende veld van 14 posities.
Op het normale beeldschermvenster
van 40 karakters breed is
ruimte voor 2 van deze velden.
Wordt als scheidingsteken
een punt-komma
lJ gebruikt dan
wordt een volgende waarde direct achter de vorige weer-
gegeven. Als geen verwarring mogelijk is, mag de ; worden
weggelaten, bijv.
PRINT "sinus" SIN(X) "cosinus" COS(X).
Wordt achter de laatste expressie in de lijst ook een komma of
een punt-komma
geplaatst, dan worden de waarden van de
expressies in een volgende PRINT-opdracht,
indien mogelijk,
op dezelfde regel weergegeven.
Staat achter de laatste
expressie geen komma of punt-komma
staat, dan wordt na
uitvoering van de PRINT-opdracht de cursor op het begin van
de volgende regel geplaatst.
120