Inhoudsopgave
Advertenties
van een programma.
Is de programma-uitvoering
gestopt, dan
kunnen de waarden die de gebruikte variabelen op dat
moment hebben, worden onderzocht m.b.v. PRINT-opdrachten
in de directe stand, bij voorbeeld
PRINT A,B om de waarden
van de variabelen A en B te onderzoeken
of d.m.v. FOR 1=1
TO 100: PRINT A(I): NEXT voor het bekijken van de waarden
van een array. Behalve met CaNT kan de programma-
uitvoering ook worden voortgezet m.b.v. de GOTO-opdracht
in
de directe stand.
Na het optreden van fouten, kan soms geen gebruik worden
gemaakt van CO NT, omdat CaNT opnieuw de instructie
uitvoert waar de fout optrad, zodat de foutmelding
na CaNT
opnieuw verschijnt.
Dit geldt bijv. niet voor cassette fouten, zoals Geen cassette.
Door een cassette te plaatsen kan deze fout worden hersteld.
CaNT kan niet worden gebruikt wanneer na het optreden van
de programma-onderbreking
veranderingen
in het programma
zijn aangebracht.
Wordt in dat geval toch een CaNT -opdracht
gegeven, dan verschijnt de foutmelding
Can't continue.
Waarden van variabelen daarentegen,
mogen in de directe
stand worden gewijzigd alvorens de CaNT -opdracht te geven.
CaNT is alleen werkzaam in de directe stand.
'*
CSA VE* arraynaam
CSAVE* arraynaam @ string
Schrijven van een array uit het geheugen naar de casset-
teband.
CSAVE* arraynaam schrijft het opgegeven array naar de band.
De elementen van een meer-dimensionale
array worden
zodanig opgeslagen,
dat de eerste index het snelst varieert.
CSAVE* arraynaam
@ string
Schrijft het array, dat zich in het geheugen onder arraynaam
bevindt op de band onder de naam string
waarbij string maxi-
maal 16 karakters lang mag zijn.
CSAVE* A%
Schrijft array A% als A met type INT.
CSAVE* A@"Test"
Schrijft array A weg onder de naam Test
met type SNG
~ Cos: Clle!~J)
f~n(tle.
-1.QeÇi.
CO$""L4~ ~/o ~oek 'feiCjI'III/~~f'~~
'4e{~I\
IS ",L1~c.\r~k~ ("
~dI4IeW\
88
11
)
-rf"I\!
CoS (I,S
.~..'i ~ 1 ~:=J ,
Advertenties
Inhoudsopgave
