àf
110 D=12
120 E = 5*3
130 F=345
-67
140 SUM=D+E+F
150 A$ = CHR$(12)
LlNE INPUT string variabele
LlNE INPUT "hulpstring";
string variabele
Het invoeren via het toetsenbord
van maximaal 254 karakters,
inclusief komma's, aanhalingstekens
enz., en het toekennen
van deze tekst aan een stringvariabele.
hulpstring
mag geen string expressie of variabele zijn. Op het
beeldscherm
wordt hulpstring
weergegeven,
voordat tekst-
invoer wordt geaccepteerd.
Er wordt niet, zoals bij INPUT, een
vraagteken afgedrukt.
De invoer van tekst kan worden afgebroken
door op de STOP-
toets te drukken. De interpreter
komt dan in de directe stand.
Als de STOP-toets afgevangen is met ON ERROR GOTO wordt
de voortzetting
van het programma uiteraard geheel door de
foutafhandelingsroutine
bepaald. De opdracht CaNT start de
LINE INPUT opdracht opnieuw en drukt hulpstring
opnieuw af.
Wordt alleen de ENTER toets ingedrukt, dan wordt aan string-
variabele een lege string toegekend;
dit in tegenstelling
tot
INPUT, waar de laatste waarde van de variabele behouden
blijft. LINE INPUT kan niet in de directe stand worden gebruikt.
Tijdens de invoer kunnen de cursor toetsen gebruikt worden
om de tekst te wijzigen, als bij EDIT in de Invoeg stand.
10 LlNE INPUT "geef naam"; NA$
LIST
LIST regelnummer
LIST regelnummer
1 -regelnummer
2
LIST regelnummer-
LIST -regelnummer
LIST.
111