16. VERSNELLEN EN VERKORTEN VAN PROGRAM-
MA'S
Hieronder volgt een aantal suggesties om de uitvoering van pro-
gramma's te versnellen.
1.
Als een programma vaak d.m.v. een GOTO regelnummerof
GOSUB regelnummer
naar regelnummer
springt, heeft het zin
deze regels in het begin van het programma te plaatsen.
Bij het uitvoeren van GOTO of GOSUB naar een lager regel-
nummer begint BASIC bij de eerste programmaregel
te
zoeken. Is dit niet de gevraagde programma regel, dan springt
BASIC naar de volgende programma regel, enzovoort, tot de
programmaregel
regelnummer
gevonden is. Wordt naar een
hoger regelnummer gesprongen,
dan begint het zoeken naar
regelnummer
op de volgende regel.
Om deze reden is het ook wenselijk DATA regels en REM
regels achteraan in het programma te plaatsen.
2.
Gebruik variabelen, die vaak voorkomen
als eerste in het pro-
gramma. Bij uitvoering van de instructie A% = 1 begint BASIC
aan het begin van de variabelen-ruimte
te zoeken naar de
variabele A%. Als A% als eerste een waarde heeft gekregen
duurt het zoeken kort.
0
Gebruik indien mogelijk integer variabelen. Integer-rekenen
gaat sneller.
Gebruik korte expressies in IF expressie
THEN opdrachten,
die vaak voorkomen
omdat de hele expressie
getest wordt.
3
4
50 IF A=1
OR A=2
OR A=3
OR A=5
OR A=7 THEN 100
kost beduidend meer tijd dan:
50 IF A=1
THEN 100
52 IF A=2
THEN 100
54 IF A=3
THEN 100
56 IF A=5
THEN 100
58 IF A=7 THEN 100
5.
6
Gebruik integer variabelen als teller in een FOR-NEXT lus en
laat de variabele-naam achter NEXT weg, als dit kan
FOR A = 1 TO 1000: NEXT A duurt bijna 3x zo lang als
FOR AOfo=1 TO 1000: NEXT
Dimensioneer arrays zo laat mogelijk. Als een array ge-DIM-d
is wordt de ruimte voor dit array gereserveerd
direct achter de
variabelen-ruimte.
Komt er dan later nog een variabele bij, dan
moet het hele array wat opgeschoven
worden. Speciaal bij veel
en grote array's kan dit lang duren.