Inhoudsopgave
Advertenties
5.
Plaats meerdere opdrachten
op een programmaregel,
gescheiden door. een:
10 A=1:B=2:C=3
is 8 bytes korter dan
10 A=1
20 B=2
30 C=3
6.
7.
8.
Bovendien gaat de uitvoering van de opdrachten sneller.
Gebruik de Q-elementen van arrays.
Ook als U korte arrays nodig hebt (kleiner dan 11 elementen),
DIM deze arrays dan. Bij aanroep van een onge-DIM-d
array
wordt automatisch
de ruimte voor 11 elementen gereserveerd.
Voor een onge-DIM-d
3-dimensionaal
array wordt zelfs ruimte
voor 1331 elementen gereserveerd.
(De DIM-instructie
van een
extra array kost minimaal 5 bytes).
Kies lage nummers voor programmaregels,
waar U vaak, vanuit
verschillende
plaatsen uit het programma naar toe springt.
GOTO 25000 is 4 bytes langer dan GOTO 5
In programma's
met veel tekst kan een veel voorkomend
woord als string worden gedefinieerd.
10 P$ = "programma"
100 PRINT"De"P$"'s
voor de "P$"beoordeling".
9.
Gebruik zo weinig mogelijk variabelen. Stel in het algemeen
"klad-variabelen"
in. Gebruik ook de variabelen die bij DEFFN
zijn aangemaakt.
60
Advertenties
Inhoudsopgave
