•
•
2.8
Elektrische installatie
Controleer of na de elektrische installatie alle noodzakelijke afdekkingen correct zijn
aangebracht.
De veiligheidsmaatregelen en beveiligingsvoorzieningen moeten voldoen aan de gel-
dende voorschriften (bijv. EN 60204-1 of EN 61800-5-1).
2.8.1
Vereiste veiligheidsmaatregel
Zorg ervoor dat het product op de juiste manier op de randaarde is aangesloten.
2.8.2
Stationair gebruik
Een noodzakelijke veiligheidsmaatregel voor het product is:
Soort energieoverdracht
Directe netvoeding
2.8.3
Generatorische werking
De aandrijving wordt gebruikt als generator door de kinetische energie die de installa-
tie/machine heeft. Beveilig de aandrijfas tegen rotatie, voordat de aansluitruimte wordt
geopend.
2.9
Veilige scheiding
Het product voldoet aan alle eisen voor de veilige ontkoppeling tussen vermogens- en
elektronica-aansluitingen conform EN 61800-5-1. Alle aangesloten stroomkringen
moeten eveneens aan de eisen voor een veilige ontkoppeling voldoen om de veilige
ontkoppeling te kunnen waarborgen.
De lucht- en kruipwegen zijn vanaf 2000 m boven zeeniveau alleen toereikend
voor overspanningscategorie II volgens EN 60664. Op hoogtes boven 2000 m bo-
ven zeeniveau moet u voor het gehele systeem beperkende maatregelen nemen
die de inkomende spanningspieken van categorie III reduceren tot categorie II.
Als een veilige elektrische scheiding vereist is (volgens EN 61800-5-1 en
EN 60204-1), realiseer deze op een hoogte vanaf 2000 m boven zeeniveau dan
buiten het product.
Veiligheidsaanwijzingen
Elektrische installatie
Veiligheidsmaatregel
•
Randaarde
Technische handleiding – MOVIDRIVE
2
17
®
modular