Correctie voor belichting in het buitengebied
3
Als gevolg van fysieke eigenschappen van de lens lijken de vier hoeken
van de opname mogelijk donkerder. Dit wordt verval van het lenslicht of
verminderde belichting van de buitenste gebieden genoemd. Bij JPEG-
opnamen wordt de correctie uitgevoerd wanneer de opname is gemaakt.
Instellingsinformatie wordt toegevoegd aan RAW-opnamen en automatische
correctie is mogelijk met Digital Photo Professional (meegeleverde software).
De standaardinstelling is [Inschakelen].
Correctie ingeschakeld
82
Selecteer [Correctie helderheid
1
randen].
Selecteer op het tabblad [1]
[Correctie helderheid randen] en
druk vervolgens op <0>.
Configureer de correctie-instelling.
2
Controleer op het scherm of [Correctie-
gegevens beschikbaar] wordt
weergegeven voor het gebruikte objectief.
Als [Correctiegeg.niet beschikbaar]
wordt weergegeven, raadpleegt u 'Correctiegegevens
voor het objectief' op de volgende pagina.
Draai aan het instelwiel <5> om [Inschakelen]
te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Maak de opname.
3
De opname wordt vastgelegd met de
gecorrigeerde belichting van het buitengebied.
Correctie uitgeschakeld