C.Fn IV -13
U kunt instellen hoe lang de functie van toepassing blijft nadat u de
respectievelijke knop hebt losgelaten.
Uitschakelen: De timerduur krijgt de standaardinstelling.
Inschakelen: De timerduur krijgt de instelling die is opgegeven met
[Registreren].
Registreren: U kunt 6 seconden en 16 seconden opgeven als timerduur en
een timerduur opgeven voor na het loslaten van de ontspanknop.
De timerduur kan worden ingesteld van 0 tot en met
59 seconden of 1 minuut tot en met 60 minuten.
Selecteer [Toepassen] na het opgeven van de instellingen.
• 6 sec. timer
Deze timerduur is van toepassing op de AE-vergrendeling
nadat u op meettimer/<A>-knop hebt gedrukt.
• 16 sec. timer
Deze timerduur is van toepassing op multi-spotmeting en
FE-vergrendeling met de knop <I>.
• Timer na ontspannen
Gewoonlijk staat de timer ingesteld op 2 seconden na het
loslaten van de ontspanknop. Een langere timerduur maakt
het gemakkelijker om bij dezelfde belichting gebruik te maken
van AE-vergrendeling.
C.Fn IV -14
Normaal gesproken wordt beeldstabilisatie uitgevoerd voor de
ontspanvertraging. Deze beeldstabilisatie kan worden uitgeschakeld zodat
de ontspanvertraging korter wordt.
0: Uitschakelen
1: Inschakelen
Als het diafragma is ingesteld op hoogstens drie stops van de maximale
diafragmaopening, is de ontspanvertraging maar liefst 20 procent korter
dan normaal.
Timerduur voor timer
Verkorte ontspanvertraging
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingen
233