u/y Vergrote weergave
Opnamen kunnen op het LCD-scherm 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot.
Positie van vergroot
gebied
Startpositie van de vergrote weergave
Normaliter wordt vergroot vanuit het midden van de opname. Wanneer
het menu [4 Schermvergroting] is ingesteld op [Vergroot vanuit
gesel. AF punt], wordt vergroot vanuit het geselecteerde AF-punt.
Zo kunt u snel de scherpstelling controleren.
Tijdens de vergrote weergave kunt u hetzelfde vergrotingsgebied en dezelfde vergroting
behouden wanneer u aan het instelwiel <5> draait om een andere opname te bekijken.
Bij opnamen die zijn gemaakt met automatische AF-puntselectie of die handmatig
zijn scherpgesteld <g>, wordt vergroot vanuit het midden van de opname.
U kunt het beeld dat direct na het nemen van een foto wordt weergegeven, niet vergroten.
Met [Vergroot vanuit gesel. AF punt]
• Het punt van waaruit wordt vergroot, hangt af van het ingestelde beeldformaat.
• Als C.Fn III -8-1/2/3 is ingesteld, wordt het scherpstelgebied vergroot en wordt
de weergave vergroot vanuit het AF-punt waarop is scherpgesteld. Daarom mag
de weergave niet worden vergroot vanuit het handmatig geselecteerde AF-punt.
Een film kan niet worden vergroot.
Vergroot de opname.
1
Druk tijdens de opnameweergave
op de knop <u>.
De opname wordt vergroot.
Als u de knop <u> ingedrukt houdt,
wordt de opname steeds verder vergroot
tot de maximale vergroting is bereikt.
Als u de vergroting wilt reduceren, drukt u op de
knop <y>. Als u de knop ingedrukt houdt, wordt
de vergroting steeds verder verkleind totdat het
normale formaat van de opname is bereikt.
Schuif over de opname.
2
Schuif met <9> in elke willekeurige
richting over de vergrote opname.
Als u de vergrote weergave wilt beëindigen, drukt
u op de knop <x>. U keert dan terug naar de
weergave van een afzonderlijke opname.
161