a: Manual exposure
In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens
in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of
gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting
te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd.
* <a> staat voor Manual (handmatig).
Sluitertijd
Diafragma
Als [8C.Fn II -4: Auto Lighting Optimizer/Auto Helderheid
Optimalisatie] (pag. 81) is ingesteld op iets anders dan [3: Deactiveren], kan de
opname nog steeds licht zijn, zelfs wanneer er een kortere belichting is ingesteld.
112
Stel de opnamemodus in op <a>.
1
Druk op de knop <W> en draai aan het
instelwiel <6/5> om <a> te selecteren.
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
2
Om de sluitertijd in te stellen, draait u
aan het instelwiel <6> terwijl u op het
LCD-paneel aan de bovenzijde kijkt.
Om het diafragma in te stellen, stelt u de
aan-uitschakelaar in op <J> en draait u
aan het instelwiel <5> terwijl u op het
LCD-paneel aan de bovenzijde kijkt.
U kunt het ook instellen door te drukken
op de knop <O> en vervolgens te
draaien aan het instelwiel <6/5>.
Stel scherp op het onderwerp.
3
Druk de ontspanknop half in.
De belichtingsinstelling wordt weergegeven.
Aan de rechterkant van de zoeker geeft de
indicator voor het belichtingsniveau <s> het
huidige belichtingsniveau aan ten opzichte
van de standaardbelichtingsindex <a>.
Stel de belichting in.
4
Controleer het belichtingsniveau en
stel de sluitertijd en het diafragma in.
Maak de opname.
5