k Filmopnamen
Voor het maken van continu-opnamen tijdens filmopnamen wordt
aanbevolen een snelle CF-kaart te gebruiken die compatibel is met
UDMA-overdracht. Het instellen van een kleiner beeldformaat voor foto's
en het maken van minder continu-opnamen wordt eveneens aanbevolen.
Als de transportmodus is ingesteld op <k> of <l> en u begint met
het opnemen van een film, wijzigt de transportmodus automatisch in
<u> (Enkelbeeld).
Instellingen voor de opnamefunctie
Net als bij normale opnamen door de zoeker kunt u tijdens filmopnamen
nog steeds gebruik maken van de cameraknoppen om functie-
instellingen te wijzigen en opnamen weer te geven.
Wanneer u op de knop <B> drukt, draait u aan het instelwiel
<6> om de kaart in te stellen waarop de opnamen moeten worden
opgeslagen en draait u aan het instelwiel <5> om het beeldformaat
of de witbalans te selecteren terwijl u op het LCD-paneel aan de
achterzijde kijkt.
De lichtmeetmethode voor filmopnamen wordt ingesteld op
gemiddelde meting met nadruk op het midden. Als de AF-modus is
ingesteld op [uLive mode (met gezichtsherkenning)], bestaat de
belichtingsregeling uit een meervlaksmeting die is gekoppeld aan
het gedetecteerde gezicht.
Zelfs als de AF-modus is ingesteld op [Quick mode], wordt tijdens
filmopnamen de [Live mode] geactiveerd.
150
Wanneer u op de knop <W>,
<o>, <O> of <A> drukt,
wordt het corresponderende
instellingenscherm op het LCD-scherm
weergegeven. Draai aan het instelwiel
<6> of <5> om de instelling te
wijzigen.