Automatisch scherpstellen
De AF-modus selecteren
De beschikbare AF-modi zijn [Live mode], [u Live mode]
(gezichtsherkenning, pag. 132) en [Quick mode] (pag. 136).
Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, stelt u de
focusinstellingsknop op het objectief in op <MF>, vergroot u de opname
en stelt u handmatig scherp (pag. 138).
Dit kan ook worden ingesteld met de menuoptie AF mode, zoals toegelicht
op de vorige pagina.
Live mode: d
De beeldsensor wordt gebruikt om scherp te stellen. Hoewel automatisch
scherpstellen mogelijk is terwijl de Live view-opname wordt weergegeven,
duurt dat in deze modus langer dan in de Quick mode.
Scherpstellen is in deze modus ook lastiger dan in de Quick mode.
AF-punt
Selecteer de AF-modus.
Druk op de knop <o> terwijl
de Live view-opname wordt
weergegeven. (9)
Draai aan het instelwiel <6> om
de AF-modus te selecteren.
d : Live mode
c : u Live mode
f : Quick mode
Verplaats het AF-punt.
1
Gebruik <9> om het AF-punt < > te
verplaatsen naar de plek waarop u
wilt scherpstellen.
(U kunt niet tot aan de randen van de
foto gaan.)
Als u <9> volledig indrukt, gaat het
AF-punt weer terug naar het midden.
131