Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
Pictogrammen in deze handleiding
<6>
: Het hoofdinstelwiel.
<5>
: Het snelinstelwiel.
<9>
: De multifunctionele knop.
<0>
: De instelknop.
9, 8 : Geeft aan dat de betreffende functie 6 sec. of 16 sec. actief
blijft nadat u de knop loslaat.
* De pictogrammen en markeringen in deze handleiding die verwijzen naar
knoppen, instelwielen en instellingen op de camera, komen overeen met de
pictogrammen en markeringen op de camera en het LCD-scherm.
3
: Hiermee wordt verwezen naar een functie die u kunt wijzigen
door op de knop <M> te drukken en de instelling te
wijzigen.
(pag. **) : Referentiepaginanummers voor meer informatie.
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie.
: Tip of advies voor betere opnamen.
: Advies voor het oplossen van problemen.
Basisveronderstellingen
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven,
wordt ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar al is ingesteld op
<1> of <J> (pag. 34).
Bij alle handelingen met <5> die in deze handleiding worden
beschreven, wordt ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar al is
ingesteld op <J>.
Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en persoonlijke
voorkeuzen staan ingesteld op de standaardinstellingen.
Er wordt aangenomen dat een CF-kaart <f> of SD/SDHC-
geheugenkaart <g> wordt gebruikt.
Ter illustratie wordt de camera in de instructies weergegeven met
een EF 50mm f/1.4 USM-objectief.
4