Veiligheidssysteem van uw auto
Voorwaarden voor activeren
airbags
Airbags vóór
De frontairbags zijn ontworpen om
bij frontale aanrijdingen te worden
opgeblazen, afhankelijk van de
ernst, de snelheid of de hoek
waaronder de aanrijding plaatsvindt.
2-64
OPD036051
Zijairbags en curtain airbags
De zijairbags en curtain airbags
worden
geactiveerd
aanrijding van opzij, waarbij rekening
wordt gehouden met de kracht van
de botsing, de botshoek en de
zijdelingse snelheid.
De bestuurders- en
airbag zijn weliswaar ontworpen om
bij frontale aanrijdingen te worden
opgeblazen, ze kunnen ook bij
andere aanrijdingen, waarbij een
bepaalde
lengterichting wordt waargenomen
door de sensoren voor, worden
opgeblazen. De zijairbags en curtain
airbags
zijn
zijdelingse
OPDEN030085
kunnen ook bij andere aanrijdingen,
waarbij een bepaalde vertraging in
de
dwarsrichting
waargenomen door de sensoren
opzij, worden opgeblazen.
De zijairbags en curtain airbags zijn
zo
ontworpen
opgeblazen
rollover-sensor wordt waargenomen
dat de auto over de kop slaat. (als de
OPD036053
auto is voorzien van een rollover-
sensor)
De airbags kunnen ook worden
bij
een
geactiveerd als de auto zware stoten
ondervindt bij het rijden op zeer
slechte
wegen.
voorzichtig op slechte wegen.
voorpassagiers-
vertraging
in
de
ontworpen
voor
aanrijdingen,
maar
wordt
dat
ze
worden
wanneer
door
een
Rijd
daarom