Rijden met uw auto
R (Achteruit)
Gebruik deze stand om de auto
achteruit te rijden.
AANWIJZING
Breng de auto altijd helemaal tot
stilstand
alvorens
selectiehendel in of uit stand R
(Achteruit)
te
zetten;
transmissie kan beschadigd raken
als u tijdens het rijden stand R
(Achteruit) inschakelt.
N (Neutraal)
De wielen en de transmissie zijn niet
geblokkeerd.
Gebruik stand N (Neutraal) als u de
auto opnieuw moet starten nadat hij
is afgeslagen of als u stil moet staan
met
draaiende
motor.
selectiehendel in stand P (Parkeren)
als u de auto om de een of andere
reden moet verlaten.
5-30
WAARSCHUWING
•
Trap het rempedaal altijd
stevig in als u de stand van de
selectiehendel wijzigt. Als u
de
stand
selectiehendel wijzigt terwijl
de
de motor met een hoog
toerental draait, kan de auto
de
zeer snel in beweging komen.
U kunt de controle over de
auto verliezen en mensen of
voorwerpen raken.
•
Rijd
niet
selectiehendel in stand N
(Neutraal).
afremmen op de motor en dit
kan leiden tot een ongeluk.
OPMERKING
Zet
de
Zet
bij
het
selectiehendel
veiligheid altijd in stand P
(Parkeren)
parkeerrem.
D (Rijden)
Dit is de normale stand voor het
rijden in voorwaartse richting. De
transmissie schakelt automatisch
tussen de 8 versnellingen vooruit
voor
van
de
brandstofverbruik
prestaties.
Trap voor extra vermogen tijdens
inhaalmanoeuvres of helling op
rijden het gaspedaal volledig in.
Hierdoor
automatisch terugschakelen naar
een lagere versnelling (of lagere
met
de
versnellingen, indien nodig).
Houd wanneer u de auto tot stilstand
U
kunt
niet
hebt gebracht altijd het rempedaal
volledig ingetrapt om te voorkomen
dat de auto onbedoeld in beweging
komt.
parkeren
de
voor
de
en
activeer
de
een
zo
laag
mogelijk
bij
optimale
zal
de
transmissie