Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem .......3-117
Automatische verwarming en airconditioning.........3-118
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning ..................................................3-119
Onderhoud van het systeem.....................................3-126
Werking systeem......................................................3-124
B
Banden en velgen .........................................................7-28
Aanbevolen bandenspanning bij koude banden ........7-29
Aandacht voor de banden ..........................................7-29
Banden met een kleine hoogte-/breedteverhouding ..7-39
Banden vervangen .....................................................7-32
Bandenspanning controleren .....................................7-30
Grip ............................................................................7-34
Informatie op de wang van de band ..........................7-35
Onderhoud van banden ..............................................7-35
Velgen vervangen.......................................................7-34
Wielen uitlijnen en balanceren ..................................7-32
Wielen verwisselen ....................................................7-31
Banden en wielen ...........................................................8-4
Compact reservewiel ...................................................8-5
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)....................6-8
Bandenspanningscontrolesysteem ...............................6-9
Controleer de bandenspanning ....................................6-8
Controlelampje storing TPMS
(Bandenspanningscontrolesysteem) ........................6-12
Een wiel wisselen met TPMS....................................6-12
Waarschuwingslampje lage bandenspanning ............6-10
Waarschuwingslampje positie lage bandenspanning
en aanduiding bandenspanning................................6-10
Bandenspanningslabe....................................................8-11
Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ...............2-2
Afleiding van de bestuurder ........................................2-2
Doe uw veiligheidsgordel altijd om ............................2-2
Gebruik voor alle kinderen de juiste
veiligheidssystemen...................................................2-2
Gevaren airbag.............................................................2-2
Houd uw auto in een veilige conditie..........................2-3
Pas uw snelheid aan.....................................................2-3
Belastingsindex en snelheidsindex banden (Europa) .....8-6
Blind-Spot Collision Warning (BCW,
Botsingswaarschuwing blinde hoek)..........................5-96
Storingen en beperkingen van het systeem .............5-102
Systeemconfiguratie...................................................5-98
Werking systeem......................................................5-100
Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (BCA, Hulp
bij het vermijden van een blindehoekbotsing) .........5-107
Storingen en beperkingen van het systeem..............5-116
Systeemconfiguratie.................................................5-109
Werking systeem ......................................................5-112
I
I-3