•
Plaats geen voorwerpen op de
airbag of tussen de airbag en
uzelf. Bevestig
ook
voorwerpen rond de gedeelten
waar de geactiveerde airbags
uit komen, zoals het portier, de
zijruit
en
de
voor-
achterstijl.
•
Plaats
geen
voorwerpen
tussen het portier en de
zitplaats. Dergelijke
voorwer-
pen
kunnen
gevaarlijke
projectielen worden wanneer
de zijairbag wordt opgeblazen.
•
Monteer geen accessoires op
of
in
de
buurt
van
zijairbags.
•
Voorkom dat de portieren hard
worden
geraakt
als
contact in stand ON staat: dit
kan tot gevolg hebben dat de
zijairbags worden geactiveerd.
•
Als
de
stoel
stoelbekleding beschadigd is,
laat
dan
het
systeem
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Curtain airbags
geen
en
de
het
of
de
De curtain airbags bevinden zich
langs de rand van het dak boven de
voor- en achterportieren.
Ze zijn ontworpen om bij bepaalde
aanrijdingen van opzij het hoofd van
de inzittenden op de zitplaatsen voor
en op de buitenste zitplaatsen achter
te beschermen.
De curtain airbags zijn ontworpen om
alleen tijdens bepaalde aanrijdingen
van opzij geactiveerd te worden,
afhankelijk van de ernst van de
aanrijding, de hoek, de snelheid en
de plaats van impact.
De curtain airbags aan beide zijden
OPDEN037044
van de auto zijn zo ontworpen dat ze
worden geactiveerd wanneer door
een
rollover-sensor
waargenomen dat de auto over de
kop slaat. (als de auto is voorzien
van een rollover-sensor)
De
gordijn
ontworpen om bij alle aanrijdingen
van opzij of situaties waarbij de auto
over de kop kan slaan opgeblazen te
OPD036045
worden.
2
wordt
airbags
zijn
niet
2-55