Rijden met uw auto
Het systeem uitschakelen
[A] : Type A, [B] : Type B
Druk op de toets Driving Assist
(Bestuurdershulp) om het systeem in
te schakelen. Het controlelampje
Cruise (
) dooft.
Druk altijd op de toets Driving Assist
(Bestuurdershulp)
om
cruisecontrol
uit
te
wanneer u het niet gebruikt.
i
Informatie
Als uw auto is uitgerust met Manual
Speed Limit Assist, en houd de
Driving Assist knop ingedrukt om
Cruise Control uit te schakelen. Let er
wel op dat Manual Speed Limit Assist
nu wordt ingeschakeld.
5-144
WAARSCHUWING
Neem de volgende
maatregelen bij gebruik van de
cruisecontrol:
•
Stel de rijsnelheid altijd lager
op de snelheidslimiet in uw
land.
•
Laat
uitgeschakeld wanneer u het
systeem niet gebruikt. Zo
OJSN050194
voorkomt u dat u onbedoeld
een
Controleer
controlelampje
(
•
De cruisecontrol is geen
vervanging voor correct en
veilig rijgedrag. De bestuurder
de
heeft de verantwoordelijkheid
schakelen
altijd veilig te rijden en moet
zich altijd bewust zijn van
onverwachte en plotselinge
situaties die zich kunnen
voordoen.
•
Rijd altijd voorzichtig om
onverwachte en plotselinge
situaties te voorkomen. Blijf te
allen
tijde
toestand van de weg.
voorzorgs-
Cruise
Control
snelheid
instelt.
of
het
Cruise
) uit is.
letten
op
de
•
Gebruik
de
cruisecontrol
nooit wanneer niet veilig met
een
constante
snelheid
gereden kan worden:
- In druk verkeer of als de
keersomstandigheden
moeilijk
maken
om
constante snelheid aan te
houden
- Wanneer u rijdt over wegen
die glad zijn door regen, ijs
of sneeuw
- Bij
het
rijden
op
heuvelachtige of winderige
weg
- Wanneer u in gebieden met
veel windt rijdt
- Als het zicht tijdens het
rijden
beperkt
(mogelijk door slechte
somstandigheden,
mist, sneeuw, regen of een
zandstorm)
•
Gebruik de cruisecontrol niet
tijdens het rijden met een
aanhanger.
ver-
het
een
een
wordt
weer-
zoals