Onderhoud
Als u geen reservezekering hebt,
kunt u in een noodgeval de zekering
van een ander circuit gebruiken dat
niet nodig is om te kunnen rijden,
bijvoorbeeld van de aansteker, mits
de zekering dezelfde stroomsterkte
heeft.
Controleer de zekeringkast in de
motorruimte wanneer de koplampen
of andere elektrische componenten
niet werken en de zekeringen in orde
zijn. Vervang een doorgebrande
zekering door een zekering voor
dezelfde stroomsterkte.
7-42
Zekeringschakelaar
Zet de zekeringschakelaar altijd in
stand ON.
Als u de schakelaar in stand OFF
zet, moeten sommige onderdelen,
zoals het audiosysteem en de
digitale klok, worden gereset en
werkt de Smart Key mogelijk niet
goed.
i
Informatie
OPDEN077036
Als de zekeringschakelaar in stand
OFF staat, verschijnt de melding
"Turn on FUSE SWITCH" (zet
zekeringschakelaar in stand ON).
AANWIJZING
• Zet
de
tijdens het rijden altijd in stand
ON.
• Beweeg de zekeringschakelaar
niet
zekeringschakelaar
hierdoor beschadigd raken.
OTLE048609
zekeringschakelaar
herhaaldelijk.
De
kan