EXTRA VOORZIENINGEN VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM
Automatische ventilatie
(indien van toepassing)
Om de luchtkwaliteit in het interieur
te verbeteren en beslaan van de
voorruit te verminderen, wordt de
stand RECIRCULATIE na ongeveer
5
-
30
minuten
automatisch
uitgeschakeld, afhankelijk van de
buitentemperatuur,
luchttoevoer verandert in de stand
BUITENLUCHT.
Selecteer de stand Ventileren
druk gedurende 3 seconden op de
toets voor de stand RECIRCULATIE
om de automatische ventilatie uit te
schakelen of in te stellen.
Wanneer de automatische ventilatie
is
ingesteld,
knippert
controlelampje voor de recirculatie 6
maal. Wanneer de automatische
ventilatie
wordt
uitgeschakeld,
knippert het controlelampje 3 maal.
Luchtcirculatie
(indien van toepassing)
Wanneer het schuifdak geopend
wordt, wordt automatisch de stand
BUITENLUCHT geselecteerd. Als u
op dat moment de luchttoevoertoets
indrukt,
RECIRCULATIE geselecteerd, maar
en
de
keert deze na 3 minuten terug naar
de stand BUITENLUCHT. Wanneer
het schuifdak gesloten wordt, keert
de stand van de luchtinlaat terug
en
naar de oorspronkelijk geselecteerde
stand.
Lucht opnieuw laten
circuleren na gebruik van
het
sproeivloeistof (indien van
toepassing)
De
recirculatiemodus
automatisch geactiveerd om te
verhinderen dat de onaangename
geur van de sproeivloeistof in het
interieur
voorruitsproeier wordt gebruikt.
wordt
de
stand
wordt
dringt
als
de
Draai Activeer na Gebruik
Sproeivloeistof On of OFF
Verwarmings- en ventilatiesysteem
Om de Activeer na gebruik van
sproeivloeistoffunctie in of uit te
schakelen, selecteert u vloerniveau
(
) modus en drukt u vervolgens
binnen twee seconden vier keer op
de bedieningsknop van de (
luchttoevoer terwijl u op het A/C
icoontje drukt.
Als
Activeer
na
gebruik
sproeivloeistof
in
ingeschakeld,
knippert het controlelampje van de
luchttoevoertoets 6 keer. Als deze
wordt uitgeschakeld, knippert het
controlelampje 3 keer.
Om te verhinderen dat de voorruit in
koud
weer
beslaat,
recirculatiemodus
niet
geselecteerd.
3
)
van
mag
de
worden
3-133