•
Rijd
NOOIT
met
rugleuning
die
te
achterover staat.
•
Vervoer
nooit
meerdere
kinderen op één stoel of
vastgezet
met
veiligheidsgordel.
•
Draag
nooit
schoudergordel onder de arm
door of achter uw rug.
•
Zet breekbare voorwerpen
nooit
vast
met
veiligheidsgordel. Bij krachtig
remmen of een aanrijding
kunnen ze beschadigd raken
door de veiligheidsgordel.
•
Gebruik de veiligheidsgordel
niet in gedraaide toestand.
Een
gedraaide
veiligheidsgordel
biedt
geval
van
een
onvoldoende bescherming.
•
Gebruik een veiligheidsgordel
waarvan de band of andere
onderdelen beschadigd zijn
niet.
een
•
Zet
de
ver
veiligheidsgordel niet vast in
de gordelsluiting van een
andere stoel.
•
Maak de veiligheidsgordel
één
tijdens het rijden NOOIT los.
Hierdoor kunt u de controle
over
de
de
waardoor er een ongeval kan
ontstaan.
•
Controleer
vergrendeling
een
veiligheidsgordel
gordelsluiting hindert. Als dat
wel het geval is, zit de
veiligheidsgordel
niet goed vast.
•
Er mogen geen wijzigingen
aan
de
aangebracht of hulpmiddelen
in
worden
ongeval
voorkomen
gordelmechanisme de gordel
strak tegen het lichaam aan
kan
trekken
verstellen
onmogelijk maken.
gesp
van
de
Beschadigde veiligheidsgordels
en gordelmechanismen zullen
niet goed werken. Vervang een
veiligheidsgordel altijd:
•
auto
verliezen,
•
of
niets
de
•
van
de
in
de
mogelijk
gordel
worden
gebruikt
die
dat
het
of
die
het
van
de
gordel
WAARSCHUWING
Als de gordelband gerafeld,
vervuild of beschadigd is.
Als de sluitingen of andere
componenten beschadigd zijn.
Vervang
de
complete
veiligheidsgordel
als
gedragen
is
tijdens
ongeval, ook al zijn er aan de
gordelband
of
gordelmechanisme
beschadigingen te zien.
2
hij
een
het
geen
2-23