Veiligheidssysteem van uw auto
Zijairbags
Beide voorstoelen van uw auto zijn
uitgerust met een zijairbag. Het doel
van de airbag is om de bestuurder en
de voorpassagier een aanvullende
bescherming te bieden naast de
bescherming die wordt geboden
door de veiligheidsgordel.
2-54
De zijairbags zijn ontworpen om
tijdens bepaalde aanrijdingen van
opzij
geactiveerd
afhankelijk van de ernst, de hoek, de
snelheid en de plaats waarop de
auto wordt geraakt.
De zijairbags aan beide zijden van
de auto zijn zo ontworpen dat ze
worden geactiveerd wanneer door
een
rollover-sensor
waargenomen dat de auto over de
kop slaat. (als de auto is voorzien
OPDEN037042
van een rollover-sensor)
De zijairbags zijn niet ontworpen om
bij alle aanrijdingen van opzij of
situaties waarbij de auto over de kop
kan slaan opgeblazen te worden.
WAARSCHUWING
Om de kans op ernstig letsel
door
een
OPD036043
zijairbag te beperken, moeten de
volgende voorzorgsmaatregelen
getroffen worden:
•
te
worden,
•
wordt
•
•
zich
opblazende
•
Alle inzittenden moeten altijd
hun veiligheidsgordel dragen:
de gordel houdt de inzittende
zo goed mogelijk op zijn
plaats.
Laat passagiers niet met het
hoofd of andere delen van het
lichaam tegen het portier
leunen, hun armen uit het
raam steken of voorwerpen
tussen de portieren en de
zitplaatsen steken.
Houd het stuurwiel vast op 9
en 3 uur, zodat de kans op
letsel aan uw armen en
handen tot een minimum
beperkt wordt.
Gebruik geen stoelhoezen.
Deze kunnen de werking van
het systeem in negatieve zin
beïnvloeden.
Hang
hier
geen
andere
voorwerpen dan kleding aan.
Anders kan bij een ongeval de
auto beschadigd raken of kan
persoonlijk letsel ontstaan, in
het bijzonder als de airbag
geactiveerd wordt.