Rijden met uw auto
Systeemconfiguratie
Instellingsfuncties voor het
systeem
Blind-Spot Safety
(Veiligheid blinde hoek)
Met de motor aan selecteert of
deselecteert u 'Bestuurdershulp →
Veiligheid blinde hoek' in het menu
Settings (instellingen) om voor
iedere functie in te stellen of ze al
dan niet moet worden gebruikt.
- Als
'Alleen
waarschuwing'
geselecteerd,
waarschuwt
functie de bestuurder met een
waarschuwingsmelding of een
waarschuwingssignaal, afhankelijk
van
het
niveau
botsingsrisico. Er is geen remhulp.
5-98
- Als 'Uit' is geselecteerd, wordt het
systeem uitgeschakeld.
OTM070202N
Wanneer de motor opnieuw wordt
gestart
terwijl
uitgeschakeld
melding 'Veiligheidssysteem van de
dode
hoek
instrumentenpaneel.
Als u de instelling wijzigt van 'Uit'
naar 'Alleen waarschuwing', knippert
het waarschuwingslampje op de
buitenspiegel
is
seconden.
de
Ook als de motor wordt gestart
terwijl het systeem is ingesteld op
'Alleen waarschuwing', knippert het
van
het
waarschuwingslampje
buitenspiegel 3 seconden.
Automatische uitschakeling
rijveiligheidssystemen in stand
N
OTM070097N
het
systeem
Bij draaiende motor kunt u "Driving
is,
verschijnt
de
Safety
selecteren bij "Drive Assistance" in
is
uit'
op
het
het instelmenu.
- Als u "Driving Safety Auto Off in N
mode" selecteert, wordt de Blind-
Spot
automatisch uitgeschakeld in de N-
gedurende
3
modus.
- Als u de selectie van "Driving
Safety Auto Off in N mode"
ongedaan maakt, wordt de Blind-
Spot
op
de
automatisch uitgeschakeld, ook
niet in de N-modus.
OPDEN070141
Auto
Off
in
N
mode"
Collision
Warning
Collision
Warning
niet