Wat te doen in een noodgeval
6. Wacht tot de motortemperatuur
weer normaal is als u de oorzaak
van de oververhitting niet kunt
vinden. Vul het
koelvloeistofre-
servoir voorzichtig bij tot het
merkteken halverwege als het
koelvloeistofniveau te laag is.
7. Rijd voorzichtig verder en wees
alert op verdere tekenen van
oververhitting. We adviseren u
contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer als de
motor opnieuw oververhit raakt.
OPMERKING
•
Als
er
veel
koelvloeistof
verdwenen is, duidt dit op een
lekkage in het koelsysteem en
adviseren we u contact op te
nemen
met
een
HYUNDAI-dealer.
•
Wanneer de motor oververhit
raakt door te weinig
koelvloei-
stof kan het plotseling
len van koelvloeistof
ren in de motor veroorzaken.
Vul koelvloeistof langzaam en
in kleine hoeveelheden bij om
schade te voorkomen.
6-8
BANDENSPANNINGSCONTROLESYSTEEM (TPMS)
(INDIEN VAN TOEPASSING)
officiële
(1) Waarschuwingslampje lage
bandenspanning/controlelampje
bijvul-
storing TPMS
scheu-
(2) Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning en
aanduiding bandenspanning
(Aangegeven op LCD-display)
Controleer de bandenspanning
OPD066009
• U
kunt
controleren in de assistentiemodus
op het instrumentenpaneel.
Zie "Instellingen LCD-display" in
hoofdstuk 3.
• De bandenspanning wordt na
enkele
OPDEN040519
weergegeven.
• Als
de
stilstaande
weergegeven, zal de melding
"Rijden om weer te geven" worden
weergegeven. Controleer na het
rijden de bandenspanning.
OPDEN040202
de
bandenspanning
minuten
rijden
bandenspanning
bij
auto
niet
wordt