•
Bij het optillen van een accu
met een kunststof behuizing
kan door de druk accuzuur
naar buiten komen. Houd bij
het optillen uw handen aan de
zijkant van de accu.
•
Probeer uw auto niet met een
hulpaccu te starten als de
lege accu bevroren is.
•
Laad NOOIT een accu bij
terwijl de accukabels nog
aangesloten zijn.
•
Het
ontstekingssysteem
werkt
met
hoogspanning.
Raak deze onderdelen NOOIT
aan als de motor draait of als
het contact in stand ON staat.
•
Voorkom dat de startkabel (+)
en (-) elkaar raken. Anders
kunnen vonken ontstaan.
•
De accu kan scheuren of
exploderen wanneer u een
ontladen of bevroren accu
start met behulp van een
hulpaccu.
AANWIJZING
Om schade aan uw auto te
voorkomen:
• Gebruik
alleen
een
voedingsbron
(accu
startbooster) om de auto met
een hulpaccu te starten.
• Probeer uw auto niet aan te
duwen.
i
Informatie
Een
onjuist
batterij kan schadelijk zijn
voor het milieu en voor de
Pb
gezondheid. Voer de accu
volgens
de
voorschriften af.
Startprocedure met behulp van
een hulpaccu
1. Plaats de auto's zo dicht bij elkaar
dat de startkabels de afstand
12
V-
tussen
of
overbruggen, maar zorg ervoor
dat de auto's elkaar niet raken.
2. Voorkom te allen tijde dat u in
aanraking komt met ventilatoren
of andere bewegende onderdelen,
ook al draaien de motoren niet.
3. Schakel
verbruikers,
afgevoerde
audiosysteem, de verlichting, de
airconditioning, enz. uit. Zet de
selectiehendel
(Parkeren,
wettelijke
transmissie)
(handgeschakelde transmissie)
en activeer de parkeerrem. Zet de
motor van beide auto's UIT.
de
accu's
kunnen
alle
elektrische
zoals
het
in
stand
P
Double
clutch-
of
de
vrijstand
6-5
6