Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Hp All-In-One Instellen Als De Standaardprinter; De Afdrukinstellingen Wijzigen Voor De Huidige Taak; Het Papierformaat Instellen - HP Photosmart C4400 Helpgids

Windows-help
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 7
6.
Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.
Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

De HP All-in-One instellen als de standaardprinter

U kunt de HP All-in-One instellen als standaardprinter voor alle softwaretoepassingen.
Dit betekent dat de HP All-in-One automatisch wordt geselecteerd in de printerlijst
wanneer u de optie Afdrukken kiest uit het menu Bestand in een softwaretoepassing.
De standaardprinter wordt ook automatisch geselecteerd wanneer u op de knop
Afdrukken in de werkbalk van de meeste softwaretoepassingen klikt. Voor meer
informatie, zie de Windows Help-functie.

De afdrukinstellingen wijzigen voor de huidige taak

U kunt de afdrukinstellingen van de HP All-in-One aan praktisch elke taak aanpassen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Het papierformaat instellen

De papiersoort voor afdrukken instellen
De afdrukresolutie weergeven
De afdruksnelheid of afdrukkwaliteit wijzigen
De afdrukstand wijzigen
Het formaat van een document aanpassen
De verzadiging, helderheid of kleurtint wijzigen
Een voorbeeld weergeven van de afdruktaak
Het papierformaat instellen
Met de instelling Size (Grootte) kan de HP All-in-One het afdrukgebied op de pagina
bepalen. Bij bepaalde opties voor het papierformaat beschikt u over een gelijkwaardige
variant zonder rand, waarmee u kunt afdrukken op de randen aan de onder-, boven- en
zijkanten van het papier.
Doorgaans stelt u het papierformaat in de softwaretoepassing in waarmee u het
document of het project maakt. Als u echter papier van een aangepast formaat gebruikt
of als u het papierformaat niet kunt instellen in de softwaretoepassing, kunt u het
papierformaat wijzigen in het dialoogvenster Eigenschappen voordat u begint met
afdrukken.
Het papierformaat instellen
1.
Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
30
Afdrukken vanaf de computer

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave