Hoofdstuk 13
•
Oplossing 1: Schakel de printer in
•
Oplossing 2: Sluit de printer aan op de computer
Oplossing 1: Schakel de printer in
Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en de knop
On (Aan) niet is verlicht, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is
aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop On
(Aan) om de printer in te schakelen.
Oorzaak: De printer stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Sluit de printer aan op de computer
Oplossing: Als de printer niet goed op de computer is aangesloten, kunnen zich
communicatiefouten voordoen. Controleer of de USB-kabel stevig is bevestigd aan
de printer en de computer (zie hieronder).
Oorzaak: De printer is niet aangesloten op de computer.
Printcartridges
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
printcartridges:
•
Printcartridge bijna leeg
•
Wagen loopt vast
•
Uitlijning nodig of uitlijning is mislukt
•
Printcartridges verkeerd geplaatst
•
Er werden cartridges geïnstalleerd die niet van HP zijn
•
Printcartridge ontbreekt, is verkeerd geplaatst of is niet bedoeld voor dit apparaat
•
Afdrukken in de modus Inktback-up
206
Probleemoplossing