STARTEN EN RIJDEN
||
geven tot storingen en waarschuwingsmeldin-
gen kunnen triggeren. Als u vaak ritten in
stadsverkeer maakt is het belangrijk om ook
regelmatig ritten op hogere snelheden te
maken om ervoor te zorgen dat de uitlaatgas-
reiniging kan regenereren.
Rijd tussen de tankbeurten in minstens 20
•
minuten op de snelweg met snelheden
hoger dan 70 km/h (44 mph).
Gerelateerde informatie
Benzine (p. 498)
•
11
Geldt voor bepaalde varianten.
500
Oververhitting van motor en
aandrijving
In bepaalde omstandigheden, bijv. bij een
zware belasting op steile hellingen en in
warm weer, bestaat het gevaar dat de motor
en de aandrijflijn oververhit raken – vooral bij
het vervoer van een zware lading.
Bij oververhitting is het motorvermogen
•
mogelijk tijdelijk beperkt.
Verwijder verstralers die voor de grille zit-
•
ten tijdens ritten bij warm weer.
Als de temperatuur in het koelsysteem van
•
de motor te hoog oploopt, gaat een waar-
schuwingssymbool branden en verschijnt
op het bestuurdersdisplay de melding
Motortemperatuur Hoge temperatuur.
Stop veilig
. Breng de auto in dat geval zo
spoedig mogelijk tot stilstand en laat de
motor enkele minuten stationair lopen,
zodat deze kan afkoelen.
Breng de auto tot stilstand en zet de
•
motor af, als de melding
Motortemperatuur Hoge temperatuur.
Zet de motor af
of
Motorkoelvloeistof
Niveau laag. Zet de motor af
Bij oververhitting van de versnellingsbak
•
wordt een alternatief schakelprogramma
gekozen. Boven wordt een ingebouwde
beveiligingsfunctie geactiveerd, waarbij
onder meer een waarschuwingssymbool
gaat branden en op het bestuurdersdis-
play de melding
langzamer rijden om temperatuur te
verlagen
of
veilig, wacht op koelen
in dat geval het advies op en matig uw
snelheid of breng de auto op een veilige
plek tot stilstand om de motor enkele
minuten stationair te laten draaien, zodat
de versnellingsbak kan afkoelen.
Bij oververhitting kan de airconditioning
•
zichzelf tijdelijk uitschakelen.
Na een zware rit moet u de motor niet
•
meteen afzetten, maar nog enige tijd stati-
onair laten draaien.
N.B.
Het is normaal dat de koelventilator van de
motor een tijdje werkt nadat de motor is
uitgeschakeld.
verschijnt.
Transmissie warm Ga
Transmissie heet Stop
verschijnt. Volg