DISPLAYS EN STEMBEDIENING
Middendisplay activeren en
deactiveren
Het middendisplay is te dimmen en te active-
ren met de homeknop onder het display.
Homeknop voor middendisplay.
Bij bediening van de homeknop wordt het
scherm gedimd en reageert het touchscreen
niet langer op aanraking. Het klimaatveld blijft
nog steeds zichtbaar. Alle functies die aan het
scherm gekoppeld zijn, zoals klimaat, geluid,
routebegeleiding* en apps blijven werken. Dim
het middendisplay bijvoorbeeld om het
scherm te reinigen. Het middendisplay is bij-
voorbeeld ook te dimmen om niet gestoord te
worden tijdens het rijden.
116
1.
Houd de fysieke homeknop onder het dis-
play langere tijd ingedrukt.
> Het display dooft, met uitzondering van
het klimaatveld dat nog steeds zicht-
baar is. Alle functies die aan het scherm
gekoppeld zijn blijven werken.
2. Display opnieuw inschakelen – kort op de
homeknop drukken.
> U ziet dan weer hetzelfde als toen het
scherm werd uitgeschakeld.
N.B.
Het scherm kan niet worden uitgezet als er
een bepaald commando op het scherm
staat.
N.B.
Het middendisplay wordt automatisch uit-
geschakeld als de motor uit is en het
bestuurdersportier wordt geopend.
Gerelateerde informatie
Middendisplay reinigen (p. 682)
•
Opzet van middendisplay aanpassen
•
(p. 133)
Overzicht van het middendisplay (p. 111)
•
Navigeren in schermen op het
middendisplay
Het middendisplay heeft vijf verschillende
basisschermen: homescherm, hoofdscherm,
klimaatscherm, applicatiescherm (app-
scherm) en functiescherm. Bij het openen
van het bestuurdersportier wordt het display
automatisch ingeschakeld.
Homescherm
Het homescherm is het scherm dat verschijnt
bij het inschakelen van het display. Het
bestaat uit vier deelschermen:
Media
,
Telefoon
en een extra deelscherm.
Een app of autofunctie die gekozen wordt
vanuit het app- of functiescherm, start in het
desbetreffende deelscherm op het hoofd-
scherm
FM-radio
start bijvoorbeeld in het
Media
deelscherm voor
.
Het extra deelscherm toont de laatst gebruikte
app of autofunctie die niet thuishoort in een
van de overige drie schermen.
De deelschermen bevatten beknopte informa-
tie over de desbetreffende apps.
N.B.
Bij het starten van de auto verschijnt in de
deelschermen van het homescherm infor-
matie over de actuele stand van de apps in
het desbetreffende deelscherm.
Navigatie
,
* Optie/accessoire.