VERLICHTING
||
Automatische bediening voor interieurver-
lichting
Leeslampje rechterzijde
Leeslampjes
De leeslampjes links of rechts doet u aan of uit
door kort op de bijbehorende knop op de pla-
fondconsole te drukken. De lichtsterkte is aan
te passen door de knop ingedrukt te houden.
Interieurverlichting
De vloerverlichting en plafondverlichting zijn in
en uit te schakelen door de bijbehorende knop
op de plafondconsole kort in te drukken.
Automatische bediening voor
interieurverlichting
De automatische verlichting is te activeren
door de AUTO-knop op de plafondconsole
kort in te drukken. Met de automatische ver-
lichting geactiveerd brandt het led-lampje in
de knop en de interieurverlichting gaat bran-
den en dooft zoals hieronder vermeld.
De interieurverlichting gaat branden, wanneer:
de auto wordt ontgrendeld
•
de auto wordt afgezet
•
een zijportier wordt geopend.
•
De interieurverlichting dooft, wanneer:
de auto wordt vergrendeld
•
de auto wordt gestart
•
een zijportier wordt gesloten.
•
168
een zijportier ca. 2 minuten heeft openge-
•
staan.
Plafondverlichting achterin
In het achterste deel van de auto zitten lees-
lampjes, die ook als interieurverlichting dienen.
Leeslampjes boven de achterbank.
Een auto met panoramadak* is voorzien van twee
lampjes: aan beide zijden van het plafond één.
De leeslampjes zijn in en uit te schakelen met
een korte druk op de knop van het lampje. De
lichtsterkte is aan te passen door de knop
ingedrukt te houden.
Verlichting dashboardkastje
De verlichting in het dashboardkastje wordt
in- en uitgeschakeld bij het openen en sluiten
van de klep van het kastje.
Spiegelverlichting zonneklep*
De verlichting van de spiegel in de zonneklep
wordt bij het openen en sluiten van het spie-
gelklepje in- en uitgeschakeld.
Grondverlichting*
De grondverlichting wordt in- of uitgeschakeld
bij het openen of sluiten van het desbetref-
fende portier.
* Optie/accessoire.