met duidelijk zichtbare zijmarkeringen/-stre-
pen.
Als u de rijbaan dreigt te verlaten en daarbij
het pad van een tegenligger kruist, kan het
systeem u helpen om de auto terug de eigen
rijbaan in te sturen.
Het systeem biedt echter geen stuurhulp bij
gebruik van de richtingaanwijzers. En als het
systeem detecteert dat u er een actieve rijstijl
op na houdt, grijpt het systeem iets later in.
Gerelateerde informatie
Stuurhulp bij botsgevaar (p. 404)
•
Waarschuwing rijhulpsystemen bij een
•
dreigende botsing (p. 338)
Beperkingen van de stuurhulp bij een drei-
•
gende botsing (p. 408)
113
Blind Spot Information
Stuurhulp bij dreigende
staartbotsing*
De stuurhulp kent enkele deelfuncties. De
stuurhulp bij dreigende staartbotsing kan u
helpen, als u bij een naderende achterligger
of een voertuig in een dode hoek wordt afge-
leid en niet merkt dat uw auto de rijbaan
dreigt te verlaten.
Het systeem kan u helpen om de auto terug de eigen
rijbaan in te sturen.
Voertuig in een dode hoek
Uw auto
Als u op het punt staat de rijbaan te verlaten
met een voertuig in een dode hoek of een snel
naderende achterligger in een aangrenzende
rijstrook, kan het systeem u helpen om de
auto terug de eigen rijbaan in te sturen.
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Het systeem kan ook ingrijpen als u de rijbaan
bewust verlaat met geactiveerde richtingaan-
wijzer, maar een ander naderend voertuig niet
opmerkt.
De functie is in werking binnen het snelheids-
bereik 60–140 km/h (37–87 mph) op wegen
met duidelijk zichtbare zijmarkeringen/-stre-
pen.
De lampjes in de zijspiegels knipperen gelijktij-
dig met een stuuringreep, ongeacht of de
113
functie BLIS
wel of niet actief is.
Gerelateerde informatie
Stuurhulp bij botsgevaar (p. 404)
•
BLIS* (p. 379)
•
Beperkingen van de stuurhulp bij een drei-
•
gende botsing (p. 408)
407
* Optie/accessoire.