STARTEN EN RIJDEN
||
Preconditioning
Activeer zo mogelijk de preconditioning
•
van de auto alvorens ermee te gaan rijden
door de laadkabel op het elektriciteitsnet
aan te sluiten.
Vermijd parkeerplaatsen waar het interieur
•
van de auto tijdens het parkeren overma-
tig wordt gekoeld of verwarmd. Parkeer
bijvoorbeeld liefst in een geklimatiseerde
garage.
Bij een korte rit na preconditioning van het
•
interieur moet u, zo mogelijk, de interieur-
ventilator of bij warm weer de airconditio-
ning uitschakelen.
Als preconditioning bij koude weersom-
•
standigheden niet mogelijk is, gebruik dan
in eerste instantie de elektrische stoel- en
stuurverwarming. Verwarm niet het hele
interieur, omdat dit energie van de
hybride-accu verbruikt.
Rijden
Activeer voor het laagste energieverbruik
•
rijmodus
Pure
.
Rijd met gelijkmatige snelheid en met
•
vooruitziende blik om zo weinig mogelijk
te hoeven remmen. Een dergelijke rijstijl
levert het laagste stroomverbruik op.
Balanceer de vermogensbehoefte met het
•
gaspedaal. Raadpleeg de indicatie voor
het beschikbare vermogen van de elektro-
motor om te voorkomen dat de verbran-
490
dingsmotor onnodig aanslaat. De elektro-
motor is efficiënter dan verbrandingsmo-
tor, vooral bij lage snelheden.
Als u moet afremmen – rem dan voorzich-
•
tig met het rempedaal, zodat de hybride-
accu wordt bijgeladen. In het rempedaal is
een regeneratieve remfunctie ingebouwd
die te versterken is met de elektrische
motorrem in schakelstand B.
Bij hoge snelheden neemt het stroomver-
•
bruik toe – de luchtweerstand neemt toe
naarmate de snelheid stijgt.
Hold
Activeer de functie
in het functie-
•
scherm bij hogere snelheden tijdens ritten
die langer duren dan de elektromotor aan-
kan.
Charge
Gebruik
niet voor oplading van de
•
hybride-accu. Opladen via de verbran-
dingsmotor zorgt voor een verhoging van
het brandstofverbruik en de uitstoot van
kooldioxide.
Beperk bij koud weer zo mogelijk de elek-
•
trische verwarming van ruiten, spiegels,
stoelen en stuurwiel.
Houd de juiste bandenspanning aan en
•
controleer regelmatig of dat nog steeds zo
is – houd voor optimale resultaten de
zogenoemde ECO -bandenspanning aan.
De bandenkeuze is mogelijk van invloed
•
op het energieverbruik – informeer bij uw
dealer naar passende banden.
Neem geen spullen in de auto mee die u
•
niet gebruikt – hoe groter de belading, hoe
hoger het verbruik.
Lading op het dak en het gebruik van een
•
dakbox resulteren in een grotere lucht-
weerstand waardoor het verbruik toene-
emt – verwijder lastdragers die u niet
gebruikt.
Rijd niet met open zijruiten.
•
Houd de auto niet stil op een helling door
•
het gaspedaal te bedienen. Gebruik in
plaats daarvan het rempedaal.
Gerelateerde informatie
Drive-E - schoner rijplezier (p. 30)
•
Stroomverdeling bij hybride-aandrijving op
•
basis van kaartgegevens* (p. 486)
Factoren die van invloed zijn op de actie-
•
radius bij ritten op stroom (p. 491)
Hybridemeter (p. 87)
•
Bandenspanning controleren (p. 592)
•
* Optie/accessoire.