SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
||
Alarm deactiveren zonder een werkende
transpondersleutel
Ook als de transpondersleutel niet werkt, bij-
voorbeeld als de batterij leeg is, kan de auto
worden ontgrendeld en kan het alarmsysteem
worden gedeactiveerd.
1.
Open het bestuurdersportier met het
afneembare sleutelblad.
> Het alarm gaat af.
Positie back-uplezer in bekerhouder.
2. Plaats de transpondersleutel op het sleu-
telsymbool in de back-uplezer, die in de
bekerhouder van de tunnelconsole zit.
3. Draai de startknop rechtsom en laat de
knop los.
> Het alarm wordt uitgeschakeld.
Geactiveerd alarm uitschakelen
Druk op de ontgrendelingsknop op de
–
transpondersleutel of zet de auto in con-
tactslotstand I door de startknop
rechtsom te draaien en weer los te laten.
294
Automatische activering en
heractivering van het alarm
De automatische heractivering van het alarm
voorkomt dat u de auto verlaat zonder het
alarmsysteem uit te schakelen.
Als u geen van de portieren noch de achter-
klep binnen twee minuten na uitschakeling
van het alarm opent wanneer de auto met de
transpondersleutel ontgrendeld (en het alarm
gedeactiveerd) is, wordt het alarm automa-
tisch opnieuw ingeschakeld. De auto wordt
bovendien opnieuw vergrendeld.
Op bepaalde markten vindt automatische acti-
vering van het alarm plaats, als u na het ope-
nen en sluiten van het bestuurdersportier ver-
geet te vergrendelen.
Om deze instelling te wijzigen:
1.
Tik op
Instellingen
op het hoofdscherm
van het middendisplay.
2. Tik op
My Car
Vergrendeling.
3. Kies
Passief alarm uitschakelen
functie tijdelijk te deactiveren.
Gerelateerde informatie
Alarm* (p. 292)
•
Verlaagde guard*
Een verlaagde guard houdt in dat de bewe-
gingsmelder en hellingssensor tijdelijk wor-
den uitgeschakeld.
Schakel de bewegingsmelder en hellingssen-
sor uit om onbedoelde activering van het
alarm tegen te gaan – als u bijvoorbeeld een
hond in een vergrendelde auto achterlaat of
een autotrein of veerverbinding gebruikt.
Tik op de knop
bescherming
scherm van het middendis-
play om de bewegingsmelder
en hellingssensor de vol-
gende keer dat u de auto ver-
grendelt uit te schakelen.
Tegelijkertijd wordt de Safelock-functie
gedeactiveerd, zodat ontgrendeling van de
binnenzijde mogelijk is.
Als u de auto ontgrendelt en weer vergrendelt,
moet u de Verlaagde guard opnieuw activeren.
om de
Gerelateerde informatie
Alarm* (p. 292)
•
Safelock-functie* (p. 295)
•
Minder
op het functie-
* Optie/accessoire.