KLIMAAT
Automatische inschakeling van
elektrische stuurverwarming*
activeren en deactiveren
De stuurverwarming is te activeren om het
stuurcomfort te verhogen, wanneer het koud
is.
U kunt instellen of de automatische inschake-
ling van elektrische stuurverwarming bij het
starten van de motor al dan niet geactiveerd
moet zijn. Met automatische inschakeling
geactiveerd zal de elektrische verwarming
starten bij een lage omgevingstemperatuur.
1.
Tik op
Instellingen
op het hoofdscherm
van het middendisplay.
2. Tik op
Klimaat
.
3. Kies
Niveau automatische
stuurwielverwarming
inschakeling van elektrische stuurverwar-
ming te activeren/deactiveren.
> Er verschijnt een "A" bij de desbetref-
fende knop voor de elektrische stuur-
verwarming, wanneer de automatische
start is geactiveerd.
4. Kies na activering van de functie uit de
Laag
Gemiddeld
niveaus
,
Gerelateerde informatie
Elektrische stuurverwarming* activeren en
•
deactiveren (p. 225)
226
Automatische klimaatregeling
activeren
Bij automatische klimaatregeling worden
meerdere klimaatfuncties automatisch gere-
geld.
1.
Open het klimaatscherm op het midden-
display door op het symbool in het midden
van het klimaatveld te tikken.
2. Druk kort of lang op
•
•
om automatische
> De automatische klimaatregeling wordt
Hoog
of
.
AUTO Klimaat
Kort drukken - de luchtrecirculatie, air-
conditioning en luchtverdeling worden
automatisch geregeld.
Lang drukken - de luchtrecirculatie, air-
conditioning en luchtverdeling worden
automatisch geregeld, de temperatuur
en het ventilatorniveau worden gewij-
zigd in de standaardinstellingen: 22 °C
(72 °F) en niveau
3
.
geactiveerd en de knop gaat branden.
N.B.
Het is mogelijk om de temperatuur en de
ventilatorstand te wijzigen zonder deacti-
vering van de automatische klimaatrege-
ling. De automatische klimaatregeling
wordt gedeactiveerd wanneer de luchtver-
deling handmatig wordt gewijzigd of wan-
neer max. ontwaseming wordt geactiveerd.
Gerelateerde informatie
Klimaatregelingsbediening (p. 221)
•
/>
* Optie/accessoire.