STARTEN EN RIJDEN
Motor starten
De auto wordt gestart met de startknop op
de tunnelconsole als de transpondersleutel
zich in het interieur bevindt.
De startknop op de tunnelconsole.
WAARSCHUWING
Vóór het starten:
Doe de veiligheidsgordel om.
•
Stel stoel, stuur en spiegels in.
•
Zorg ervoor dat het rempedaal volledig
•
kan worden ingetrapt.
U gebruikt de transpondersleutel zelf niet bij
het starten van de auto, omdat de auto is uit-
gerust met ondersteuning voor starten zonder
sleutel (passief startsysteem).
1
Als de auto rolt, kunt u de motor starten door de startknop rechtsom te draaien.
458
Om de auto te starten:
BELANGRIJK
De auto kan niet starten als de laadkabel er
nog in zit. Let erop dat de laadkabel uit de
laadaansluiting wordt gehaald voordat de
auto wordt gestart.
1.
Controleer of de transpondersleutel in de
auto aanwezig is. Voor auto's met passief
starten moet de sleutel zich voor in het
interieur bevinden. Met de optie passieve
vergrendeling/ontgrendeling* van de auto
is het voldoende dat de transpondersleutel
zich ergens in de auto bevindt.
2. Houd het rempedaal volledig ingetrapt
Bij een auto met een automatische ver-
snellingsbak moet u ervoor zorgen dat u
schakelstand P of N hebt gekozen. Zorg
er bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak voor dat de schakelhendel
in de neutraalstand staat of dat u het kop-
pelingspedaal bedient.
3. Draai de startknop rechtsom en laat de
knop weer los. De knop veert automatisch
terug naar de uitgangspositie.
Bij het starten van de motor blijft de startmo-
tor draaien, totdat de motor aanslaat of totdat
de beveiliging tegen oververhitting in werking
treedt.
Bij start in normale omstandigheden wordt
doorgaans de elektrische aandrijving gebruikt
– de benzinemotor blijft uitgeschakeld. Dit
betekent dat de elektromotor "gestart" en de
auto rijklaar is, wanneer u de startknop
rechtsom hebt gedraaid. Ter bevestiging dat
de motor is gestart, doven de controlelampjes
op het bestuurdersdisplay en gaat het geko-
zen thema branden.
Er zijn echter situaties waarbij de benzinemo-
tor start, zoals bij een te lage buitentempera-
tuur of als de hybride-accu moet worden
opgeladen.
1
.
Foutmeldingen
Als bij het starten de melding
gevonden
op het bestuurdersdisplay ver-
schijnt, plaats dan de transpondersleutel in de
buurt van de back-uplezer. Doe vervolgens
een nieuwe startpoging.
Sleutel niet
* Optie/accessoire.