KLIMAAT
Verwarming
De verwarming heeft twee deelfuncties die in
verschillende situaties helpen om het interi-
eur of de motor te verwarmen.
De verwarming heeft twee deelfuncties:
Standverwarming – verwarmt zo nodig
•
het interieur bij geactiveerde preconditio-
ning.
Extra verwarming – verwarmt zo nodig
•
het interieur en de motor tijdens het rijden.
Afhankelijk van de markt wordt een verwar-
ming op brandstof of een elektrische verwar-
12
ming gebruikt
.
De verwarming is op de wielkast rechtsvoor
gemonteerd.
N.B.
Wanneer de verwarming actief
rook uit de wielkast rechtsvoor komen.
Ook is er wellicht een dof geluid hoorbaar.
Achter in de auto is ook een tikkend geluid
vanuit de brandstofpomp waar te nemen.
Dit is volkomen normaal.
12
Een erkende Volvo-dealer heeft informatie over welke markten welke verwarming gebruiken.
13
Geldt voor een verwarming op brandstof.
14
Geldt voor verwarming op brandstof.
244
Accu en opladen
De verwarming wordt aangedreven door de
hybride-accu van de auto. Als de ladingsgraad
van de hybride-accu te laag is, wordt de ver-
warming automatisch uitgeschakeld en geeft
het bestuurdersdisplay een melding weer.
N.B.
Zorg ervoor dat het laadpercentage van de
accu hoog genoeg is als de verwarming
moet worden gebruikt.
Brandstof en tanken
13
is, kan er
Waarschuwingssticker op tankvulklep.
De verwarming maakt gebruik van brandstof
uit de normale brandstoftank van de auto.
Wanneer u de auto op een steile helling par-
keert, moet u ervoor zorgen dat de voorkant
van de auto omlaagwijst. Zo krijgt de verwar-
ming altijd voldoende brandstof.
Als het brandstofpeil in de tank te laag is,
wordt de verwarming automatisch uitgescha-
keld en geeft het bestuurdersdisplay een mel-
ding weer.
Zorg dat er voldoende brandstof in de tank
van de auto zit voor het geval dat u de ver-
warming nodig hebt.
14
Gemorste brandstof kan vlam vatten.
Schakel voordat u gaat tanken de verwar-
ming op brandstof uit.
behorende symbool op het informatiedis-
play.
N.B.
WAARSCHUWING
Controleer op het informatiedis-
play of de verwarming is uitge-
schakeld; wanneer de standver-
warming actief is, brandt het bij-