Klimaatregelingsbediening
De klimaatregelingsfuncties zijn te bedienen
via de fysieke knoppen op de middenconsole,
het middendisplay en de klimaatregelingsbe-
diening achter op de tunnelconsole*.
Fysieke knoppen op middenconsole
Knop voor elektrische achterruitverwar-
ming* en maximale ontwaseming.
Knop voor elektrische achterruit- en bui-
tenspiegelverwarming.
Klimaatveld op middendisplay
Via het klimaatveld zijn de meest voorko-
mende klimaatfuncties te regelen.
Temperatuurregeling voor bestuurders- en
passagierszone.
Bediening voor elektrische stoelverwar-
ming* en -ventilatie* voorin plus elektri-
sche stuurverwarming*.
Knop voor toegang tot het klimaatscherm.
De grafische voorstelling op de knop geeft
de geactiveerde klimaatinstellingen weer.
Klimaatveld op middendisplay
Het klimaatscherm is te openen door
op het symbool in het midden van
het klimaatveld te tikken.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
is het klimaatscherm opgesplitst in meerdere
tabbladen. U kunt van tabblad wisselen door
naar links/rechts te vegen of op de desbetref-
fende rubriek te drukken.
Hoofdklimaat
Klimaat hoofdinstelling
Op het tabblad
u behalve de klimaatfuncties in het klimaatveld
ook de hoofdklimaatfuncties regelen.
Max
,
Elektrisch
,
Achter
– Bediening
voor ontwaseming van ruiten en buiten-
spiegels.
AC
– Bediening voor airconditioning.
Recirc.
– Bediening voor luchtrecirculatie.
KLIMAAT
kunt
}}
221
* Optie/accessoire.