DISPLAYS EN STEMBEDIENING
||
Functiescherm – autofuncties die met één
druk te activeren of deactiveren zijn. Som-
mige functies zijn ook zogenoemde trig-
gerfuncties, die vensters met instelmoge-
lijkheden openen. Bijvoorbeeld Camera.
Instellingen voor het head-updisplay* zijn
ook te verrichten vanuit het functie-
scherm, maar aanpassingen verricht u met
de rechter stuurknoppenset.
Homescherm – het eerste scherm dat ver-
schijnt bij het inschakelen van display.
Het applicatiescherm (appscherm) – apps
die zijn gedownload (apps van derden)
maar ook apps voor ingebouwde functies,
bijvoorbeeld FM-radio. Tik op een app-
pictogram om de app te openen.
Statusbalk – boven aan het scherm staan
de activiteiten in de auto. Links op de sta-
tusbalk verschijnen netwerk- en aanslui-
tingsgegevens en rechts verschijnen
mediaspecifieke informatie en een klok
plus een aanduiding van lopende achter-
grondactiviteiten.
Hoofdscherm – sleep het tabblad omlaag
om het hoofdscherm te openen. Van hier-
uit zijn Instellingen, Handleiding,
alsook de opgeslagen berichten van de
auto te openen. In bepaalde gevallen zijn
ook contextuele instellingen (bijv.
Navigatie
Instellingen) en de contextuele
5
Bij een auto met het stuur rechts zijn de schermen onderling van plaats gewisseld.
112
gebruikershandleiding (bijv.
Navigatie) via het hoofdscherm te berei-
ken.
Navigatie – voert naar de kaartnavigatie,
aan de hand van bijvoorbeeld Sensus
Navigation*. Druk op het deelscherm om
het uit te vouwen.
Media – laatst gebruikte apps die verband
houden met media. Druk op het scherm
om het uit te vouwen.
Telefoon – van hieruit hebt u toegang tot
de telefoon. Druk op het scherm om het
uit te vouwen.
Het extra deelscherm – laatst gebruikte
apps of autosystemen die niet thuishoren
in een van de overige deelschermen. Druk
op het scherm om het uit te vouwen.
Klimaatveld – informatie en rechtstreekse
interactie voor bijvoorbeeld het instellen
van temperatuur en stoelverwarming*. Tik
op het symbool in het midden van het kli-
maatveld om het klimaatscherm met meer
klimaatinstellingen te openen.
Gerelateerde informatie
Profiel
Middendisplay hanteren (p. 113)
•
Navigeren in schermen op het middendis-
•
play (p. 116)
Handleiding
Functiescherm op het middendisplay
•
(p. 123)
Apps (p. 524)
•
Symbolen op de statusbalk van het mid-
•
dendisplay (p. 125)
Instellingen wijzigingen op het hoofd-
•
scherm van het middendisplay (p. 134)
Contextuele instellingen openen op het
•
middendisplay (p. 135)
Gebruikershandleiding op middendisplay
•
(p. 19)
Mediaspeler (p. 534)
•
Telefoon (p. 550)
•
Klimaatregelingsbediening (p. 221)
•
Volume van systeemgeluid uitschakelen of
•
aanpassen op middendisplay (p. 133)
Opzet van middendisplay aanpassen
•
(p. 133)
Systeemtaal wijzigen (p. 134)
•
Systeemeenheden wijzigen (p. 134)
•
Middendisplay reinigen (p. 682)
•
Melding op het middendisplay (p. 143)
•
* Optie/accessoire.