Auto positioneren in het parkeervak
Principe voor positionering bij het fileparkeren.
Principe voor positionering bij het haaks parkeren.
119
Park Assist Pilot
1.
Zet de schakelhendel in de stand die het
systeem u opdraagt, wacht totdat het
stuur is verdraaid en rijd langzaam vooruit.
2. Zorg dat u klaar bent om te stoppen als
het beeld en de melding op het midden-
display u hiertoe verzoeken.
3. Schakel de achteruitversnelling in en rijd
langzaam achteruit.
4. Zorg dat u klaar bent om te remmen als
het beeld en de melding op het midden-
display u hiertoe verzoeken.
Het systeem wordt automatisch gedeacti-
veerd, waarna met grafische voorstellingen en
een melding wordt aangegeven dat het inste-
ken is afgerond. U moet mogelijk later corrige-
ren – alleen u kunt beoordelen of de auto goed
geparkeerd staat.
BELANGRIJK
De waarschuwingsafstand is korter wan-
neer de sensoren worden gebruikt door de
119
actieve parkeerhulp (PAP
) dan wanneer
de Park Assist de sensoren gebruikt.
Automatisch remmen tijdens het
parkeren
Als de parkeersensoren tijdens het parkeren
een voertuig of een voetganger detecteren in
BESTUURDERSONDERSTEUNING
de beoogde rijrichting voor of achter de auto,
wordt de auto automatisch afgeremd tot stil-
stand.
Vervolgens verschijnt een pop-upvenster op
het bestuurdersdisplay met de vraag of u de
parkeerprocedure wilt annuleren door te tik-
ken op
Annuleren
of wilt voortzetten door te
tikken op
Hervatten
.
Hervatten
Doe het volgende na de optie
Controleer of het gebied rond de auto vrij
–
is en volg de aanwijzingen op het midden-
display, zoals:
Om door te gaan
–
Rijd langzaam van
het object vandaan
.
Gerelateerde informatie
Actieve parkeerhulp* (p. 425)
•
Beperkingen van de Actieve parkeerhulp*
•
(p. 430)
:
429
* Optie/accessoire.