Dagrijlicht
De auto heeft sensoren die de lichtomstan-
digheden rondom registreren. Wanneer de
draairing van de stuurhendel in stand
of
staat terwijl het elektrische
systeem van de auto in contactslotstand II
staat, brandt het dagrijlicht. In de stand
schakelen de koplampen automatisch over
op het dimlicht bij weinig daglicht of in het
donker.
De draairing van de stuurhendel in stand AUTO.
Wanneer de draairing van de stuurhendel in
stand
staat, brandt het dagrijlicht (DRL
wanneer de auto overdag rijdt. De auto scha-
kelt automatisch over van dagrijlicht op dim-
licht bij een zwakke verlichting overdag of in
het donker. Overschakeling op dimlicht vindt
1
Daytime Running Lights
ook automatisch plaats, als u de mistlampen
voor */mistachterlichten activeert.
WAARSCHUWING
,
Dit is een stroombesparingsfunctie die niet
in alle gevallen kan bepalen wanneer de
omgevingsverlichting voldoende of onvol-
doende is bij mist en regen bijvoorbeeld.
Als bestuurder bent u verplicht om de ver-
lichting van de auto altijd af te stemmen op
de heersende omstandigheden en de gel-
dende verkeerswetgeving.
Gerelateerde informatie
Verlichtingsbediening (p. 156)
•
Contactslotstanden (p. 460)
•
Dimlicht (p. 159)
•
1
)
Dimlicht
Tijdens ritten met de draairing van de stuur-
hendel in stand
wordt het dimlicht
automatisch geactiveerd bij een zwakke ver-
lichting overdag of in het donker, wanneer
het elektrische systeem van de auto in con-
tactslotstand II staat.
De draairing van de stuurhendel in stand AUTO.
Met de draairing op de stuurhendel in stand
wordt het dimlicht ook automatisch
geactiveerd, als u het mistachterlicht inscha-
kelt.
Met de draairing van de stuurhendel in stand
brandt altijd het dimlicht, wanneer het
elektrische systeem van de auto in contact-
slotstand II staat.
VERLICHTING
}}
159
* Optie/accessoire.