Annulering van automatische remfunctie
In bepaalde situaties wordt het automatisch
remmen bij stilstand geannuleerd en wordt de
functie stand-by gezet. Dat betekent dat de
remmen worden gelost en de auto mogelijk
gaat rollen – u moet daarom ingrijpen en zelf
remmen om de auto stil te houden.
Dat is mogelijk in de volgende situaties:
u bedient het rempedaal
•
u zet de parkeerrem aan
•
u zet de schakelhendel in de stand P, N of
•
R
u zet de functie stand-by.
•
Automatische activering van
parkeerrem
In bepaalde situaties wordt de parkeerrem
aangezet om ervoor te zorgen dat de auto
blijft stilstaan.
Dit gebeurt als de functie de auto staande
houdt met behulp van de bedrijfsrem en:
u het bestuurdersportier opent of de vei-
•
ligheidsgordel losmaakt
de functie de auto langer dan
•
ongeveer 5 minuten staande heeft gehou-
den
de remmen oververhit zijn geraakt
•
u de motor handmatig uitschakelt.
•
Gerelateerde informatie
Rijhulpsystemen (p. 298)
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 318)
•
Pilot Assist* (p. 328)
•
Remsystemen (p. 464)
•
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Rijmodus voor rijhulp
U kunt aangeven op welke manier de rijhulp-
systemen een bepaalde afstand tot voorlig-
gers moeten aanhouden.
U maakt een keuze via de rijmodusknop
DRIVE MODE.
Kies een van de volgende alternatieven:
Pure
– De rijhulpsystemen streven naar
•
een zo gering mogelijk brandstofverbruik
wat grotere tijdsverschillen ten opzichte
van voorliggers betekent.
Hybrid
– De rijhulpsystemen streven naar
•
een zo soepel mogelijke aanpassing aan
de rijsnelheid van voorliggers.
Power
– De rijhulpsystemen streven naar
•
een directere vorm van aanpassing aan
het ingestelde tijdsverschil ten opzichte
van voorliggers, wat in bepaalde gevallen
krachtiger acceleraties/remmanoeuvres
kan betekenen.
Gerelateerde informatie
Rijhulpsystemen (p. 298)
•
Rijmodi (p. 481)
•
Tijdsverschil ten opzichte van voorliggers
•
instellen (p. 341)
343
* Optie/accessoire.