Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Volvo V60 Twin Engine 2020 Gebruikershandleiding pagina 331

Inhoudsopgave

Advertenties

WAARSCHUWING
De functie is een systeem voor aanvul-
lende rijhulp om de bestuurder te ont-
lasten en de rijveiligheid te verhogen,
maar het systeem werkt niet in alle ver-
keers-, weers- en wegomstandighe-
den.
U wordt geadviseerd om alle paragra-
fen over het systeem in de gebruikers-
handleiding door te nemen en bijvoor-
beeld te lezen over de beperkingen die
u moet kennen voordat u het systeem
gebruikt.
De rijhulpsystemen ontslaan u niet van
de plicht om alert en adequaat te rea-
geren, zodat u de auto altijd op een vei-
lige manier moet blijven besturen, met
inachtneming van een passende snel-
heid en geschikte afstand tot andere
weggebruikers en met respect voor de
geldende verkeersregels en -bepalin-
gen.
Pilot Assist regelt de snelheid door de stand
van de gasklep aan te passen en zo nodig af te
remmen. Het is normaal dat de remmen
zwakke geluiden produceren, wanneer ze
worden gebruikt bij het aanpassen van de
snelheid.
Pilot Assist probeert de snelheid op een soe-
pele manier te regelen. In situaties waarin
krachtig moet worden geremd moet u dan ook
zelf te remmen. Dit is bijvoorbeeld het geval
bij grote snelheidsverschillen of als de voorlig-
ger krachtig remt. Door beperkingen van de
gecombineerde camera en radarsensor is het
mogelijk dat er onverwacht of helemaal niet
wordt geremd.
Pilot Assist streeft ernaar het door u inge-
stelde tijdsverschil ten opzichte van voorlig-
gers in dezelfde rijstrook aan te houden. Als de
radarsensor geen voorligger registreert, houdt
de auto in plaats daarvan de snelheid aan die
op de cruisecontrol werd ingesteld. Dit
gebeurt ook als de snelheid van de voorligger
toeneemt en de ingestelde snelheid over-
schrijdt.
BELANGRIJK
Laat het onderhoud aan rijhulpcomponen-
ten over aan een werkplaats – geadviseerd
wordt een erkende Volvo-werkplaats.
In bochten en bij wegsplitsingen
Pilot Assist werkt samen met de bestuurder
zodat u de stuurhulp van Pilot Assist niet moet
afwachten maar altijd klaar moet staan om de
besturing over te nemen, vooral in bochten.
Als de auto een afslag of splitsing van de
rijstrook nadert, dient u in de richting van
de gewenste rijstrook te sturen om de
BESTUURDERSONDERSTEUNING
gewenste rijrichting kenbaar te maken aan
Pilot Assist.
Pilot Assist probeert altijd om de auto
in het midden van de rijstrook te
houden
Wanneer Pilot Assist helpt bij het sturen, pro-
beert de functie altijd om de auto midden tus-
sen de rijstrookmarkeringen te brengen en het
wordt daarom aanbevolen om de auto zelf een
goede positie te laten zoeken, om op deze
manier een zo soepel mogelijke rijervaring
mogelijk te maken. Als bestuurder controleert
u of de auto op een veilige manier in de rijst-
rook gebracht wordt en u kunt de positie dus
altijd aanpassen door de besturing zelf verder
over te nemen.
Mocht Pilot Assist de auto niet op een cor-
recte manier naar de rijstrook brengen,
dan adviseren we om Pilot Assist uit te
zetten of over te schakelen op de adap-
tieve cruisecontrol*.
Handen aan het stuur
Een voorwaarde voor de werking van Pilot
Assist is dat u uw handen aan het stuur houdt.
}}
329
* Optie/accessoire.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave