Mobiel eindapparaat
5
verbinden
Koppeling uitvoeren (
96
Bluetooth-functie van het mo-
biele eindapparaat activeren
(zie handleiding van het mo-
biele eindapparaat).
Mobiel apparaat selecteren
en bevestigen.
Nieuw mob. app. koppelen
selecteren en bevestigen.
Er wordt naar mobiele eindappa-
raten gezocht.
z
Het Bluetooth-symbool
knippert in de onderste sta-
tusregel tijdens het pairen.
Zichtbare mobiele eindapparaten
worden weergegeven.
Mobiel eindapparaat selecteren
en bevestigen.
Aanwijzingen op het mobiele
eindapparaat opvolgen.
Bevestigen dat de codes over-
eenkomen.
De verbinding wordt gemaakt
en de verbindingsstatus geac-
tualiseerd.
95).
Als de verbinding niet tot stand
wordt gebracht, kan de sto-
ringstabel in het hoofdstuk
"Technische gegevens" u ver-
der helpen. (
Afhankelijk van het mobiele
eindapparaat worden telefoon-
gegevens automatisch naar het
voertuig overgedragen.
Telefoongegevens (
Als het telefoonboek niet wordt
weergegeven, kan de storings-
tabel in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" u verder hel-
pen. (
228)
Als de Bluetooth-verbinding
niet naar behoren werkt, kan de
storingstabel in het hoofdstuk
"Technische gegevens" u ver-
der helpen. (
Bestuurdershelm en
duopassagiershelm
verbinden
Koppeling uitvoeren (
Best. helm of Pass. helm
selecteren en bevestigen.
Communicatiesysteem van de
227)
helm zichtbaar maken.
NIEUWE BEST.HELM KOPPEL.
of NIEUWE PASS.HELM KOPP.
selecteren en bevestigen.
Er wordt naar helmen gezocht.
104)
tusregel tijdens het pairen.
Zichtbare helmen worden weer-
gegeven.
Helm selecteren en bevestigen.
De verbinding wordt gemaakt
en de verbindingsstatus geac-
228)
tualiseerd.
Als de verbinding niet tot stand
wordt gebracht, kan de sto-
ringstabel in het hoofdstuk
95).
Het Bluetooth-symbool
knippert in de onderste sta-