Advertenties
Voor de bepaling van de scheef-
stand van de motorfiets worden
signalen van het rol- en het gier-
moment en de dwarsversnel-
ling gebruikt. Deze stammen af
van de giermomentsensor, die
reeds wordt toegepast voor de
Dynamic Traction Control DTC
en voor de Dynamic Damping
Control DDC.
Als de scheefstand toeneemt
wordt de remdrukgradiënt bij het
rembegin steeds verder gelimi-
teerd. Hierdoor vindt de druk-
opbouw langzamer plaats. Bo-
vendien vindt de drukmodulatie
bij de ABSregeling gelijkmatiger
plaats.
Voordelen voor de berijder
De voordelen van ABS Pro voor
de berijder zijn een gevoelig aan-
spreken en een hoge rem- en
rijstabiliteit bij optimale vertraging,
ook in bochten.
OPMERKING
ABS Pro is in de rijmodi RAIN,
ROAD en DYNAMIC geactiveerd.
In de rijmodus Race is het gede-
activeerd. In de rijmodi Race Pro
kan ABS Pro specifiek worden
ingesteld.
Dynamic Damping
Control (DDC)
met Dynamic Damping Control
SU
(DDC)
DDC
DDC herkent via rijhoogtesenso-
ren de bewegingen in het onder-
stel en reageert daarop door aan-
passing van de demperkleppen.
Het onderstel wordt zo aan de
gesteldheid van de ondergrond
aangepast.
SU
met rijmodi Pro
De dempingswaarden voor het
voorwiel en voor het achterwiel
kunnen in het menu CONFIGU-
RATIE RACE PRO in 14 stan-
den worden ingesteld (stand 1:
"zachtste" instelling; stand 14:
"stugste" instelling. Voor het
achterwiel kunnen de uitveer- en
inveerniveaus afzonderlijk worden
ingesteld.
Om ook de uitgaande en in-
gaande slag van de voorvork
gescheiden te kunnen aanpas-
sen, moet op de voorvork een
veerwegsensor (race-accessoires)
worden gemonteerd.
Als een extra veerwegsensor op
het voorvork is aangebracht, een
bestaande wagenhoogtesen-
sor op de achterste veerpoot is
vervangen of de framehoogte
is gewijzigd, moet een kalibratie
worden uitgevoerd. De kalibratie
wordt in het menu Instellin-
9
167
z
Advertenties
Hoofdstukken
